PFAS in je bloed? Dat wisten we al - Maar wat nu?

Het RIVM bracht recent naar buiten dat bijna iedereen in Nederland PFAS in het bloed heeft. Voor veel mensen voelt dat als schokkend nieuws. Maar wie zich al langere tijd verdiept in gezondheid, leefstijl en biochemische belasting, weet dat dit allang bekend was. Al in 1955/56 lieten onderzoekers van Stanford zien dat PFAS zich binden aan eiwitten in menselijk bloed, en in de jaren ’60 en ’70 werd dit bevestigd in zowel consumenten als werknemers in de chemie. Later, rond de jaren ’90 en 2000, werden er ook placenta- en navelstrengstudies gepubliceerd, en vanaf 2005 kwam er brede documentatie dat PFAS niet alleen in het bloed van volwassenen aanwezig is, maar ook in navelstrengbloed en placentaweefsel van pasgeborenen. Sindsdien is er wereldwijd steeds meer bewijs verzameld voor de wijdverspreide aanwezigheid van deze stoffen in het menselijk lichaam.

We weten dat chemische stoffen zoals PFAS — net als microplastics, zware metalen en andere persistente toxines — in onze omgeving aanwezig zijn, en dat ze hun weg vinden naar het lichaam via lucht, water, voeding, kleding en verzorgingsproducten. We weten zelfs dat deze toxines al vóór de geboorte worden overgedragen.  De vraag is dus niet of we PFAS in ons bloed hebben. De vraag is: wat doen we daarmee? Wat wordt eraan gedaan? En misschien nog wel belangrijker: wat kun je zelf doen?

Het antwoord dat mensen nu krijgen is vooral een vaststelling: je hebt het in je bloed. Dat is alles. Er volgt geen richting, geen uitleg, geen handvatten. En juist dát zorgt voor onrust. Want als mensen worden geconfronteerd met iets dat in hun lichaam zit en ze krijgen geen handelingsperspectief, dan blijft alleen het gevoel van machteloosheid over.

En dat terwijl het lichaam juist enorm veerkrachtig is. Het is in staat om zichzelf te beschermen, te herstellen en zelfs om zich te reinigen — mits de juiste omstandigheden aanwezig zijn. Juist daar ligt de kern van mijn werk als functioneel geneeskundige: niet focussen op angst, maar op actie. Niet de mens als slachtoffer van de omgeving, maar als actief deelnemer aan zijn eigen herstel.

Daarom heb ik jaren geleden het ClearPhase | BioRestore -programma ontwikkeld. Niet als snelle detox, niet als tijdelijke hype, maar als doordacht traject dat het lichaam ondersteunt in zijn natuurlijke processen. Een programma dat de lever, darmen, nieren en andere reinigingssystemen helpt hun werk te doen. Mijn behandeling start altijd bij de basis: het verlagen van de toxische belasting. Want zoals ik het zie - en inmiddels ook wetenschappelijk is aangetoond - spelen toxines een centrale rol bij het ontstaan van veel moderne aandoeningen. Van insulineresistentie tot obesitas, van hormonale verstoringen tot ziekmakende ontstekingsprocessen. Zieke cellen functioneren niet goed. En als cellen niet goed werken, werkt niets in het lichaam zoals het zou moeten. Dat opent de deur naar ernstigere ziekten op de lange termijn. Daarom richt ClearPhase| Biorestore zich op het ondersteunen van biochemische processen die cellen helpen herstellen, versterken en beschermen.

Want ook al leven we in een wereld waarin we niet alles kunnen controleren, we kunnen wél zorgen dat ons lichaam sterk genoeg is om met belasting om te gaan. En dat begint bij bewustwording, maar eindigt pas bij actie: het ondersteunen van de systemen die alles draaiende houden. We kunnen de aanwezigheid van PFAS misschien niet zomaar veranderen. Maar we kunnen wel veranderen hoe ons lichaam ermee omgaat. En precies dáár zit de hoop, de kracht en de oplossing.

Ik heb verschillende artikelen geschreven waarin ik uitleg geef over toxines, overdracht via de placenta, en hoe ons lichaam met de juiste ondersteuning in staat is om zichzelf te beschermen. Dat deze kennis nu pas door officiële instanties gedeeld wordt, is belangrijk - maar het is tijd dat er méér gebeurt dan alleen het melden van een probleem. Mensen hebben recht op richting, ondersteuning en oplossingen die verder gaan dan angst.

 

Vorige
Vorige

Van intuïtie naar evidentie

Volgende
Volgende

Ik eet gezond - ik beweeg - waarom val ik niet af?