Misschien herken je dit gevoel - ook al kun je het nog niet goed uitleggen.
Misschien functioneer je naar buiten toe prima. Je werkt, je zorgt, je gaat door, misschien sport je zelfs. Als er iets wordt gemeten, zijn de uitslagen vaak gewoon goed. En toch voel je ergens dat er iets is veranderd. Niet ineens, niet met een duidelijke grens, maar langzaam. Je merkt dat herstel meer tijd kost dan vroeger, dat stress langer blijft hangen, dat kleine tegenslagen zwaarder wegen. Alsof je lichaam minder speelruimte heeft dan voorheen. Dat betekent niet dat je lichaam ziek is, maar wel dat het harder moet werken om alles draaiende te houden. Je systeem balanceert voortdurend. Zolang er niet te veel tegelijk gebeurt, red je het. Van buitenaf oogt dat stabiel, maar van binnen voelt het al een tijd anders. De vrouwelijke cyclus maakt dat zichtbaar, elke maand verandert er iets in je lichaam: hormonen verschuiven, energie wordt anders verdeeld, emoties worden anders verwerkt. In een veerkrachtig lichaam worden die veranderingen moeiteloos opgevangen. Je merkt misschien lichte schommelingen, maar je komt vanzelf weer terug in balans. Als die veerkracht echter al deels is verdwenen, werkt diezelfde cyclus als een vergrootglas. Wat eerder nog net ging, lukt ineens niet meer.
Je merkt dat je je in bepaalde weken totaal anders voelt dan in andere. Minder energie, minder geduld, minder emotionele ruimte. Alsof je lichaam geen buffer meer heeft om het dagelijks leven op te vangen. Vooral in de dagen of weken vóór de menstruatie kan dat scherp voelbaar worden. Het voelt alsof je hoofd en je lichaam niet meer samenwerken. Gedachten worden zwaarder, emoties intenser, prikkels komen harder binnen. Dingen die normaal geen probleem zijn, kunnen ineens overweldigend voelen. Niet omdat er plots iets nieuws misgaat, maar omdat je lichaam tijdelijk geen ruimte meer heeft om alles te reguleren. Wat veel vrouwen beschrijven, is het gevoel zichzelf kwijt te zijn. Alsof je niet meer reageert zoals je gewend bent, alsof je innerlijke stabiliteit even wegvalt. Dat is verwarrend en vaak ook beangstigend, zeker omdat het daarna soms weer afneemt. Na de menstruatie kan er opluchting komen. De mist trekt op, je voelt je weer meer jezelf. Maar dat herstel is zelden volledig. Er blijft iets hangen, een kwetsbaarheid die er eerder niet was. En maand na maand herhaalt dit patroon zich. Elke cyclus vraagt net iets meer. De periodes waarin alles goed voelt worden korter, terwijl de periodes van ontregeling eerder beginnen en heftiger aanvoelen. Je lichaam keert steeds minder terug naar zijn oude niveau, en op een gegeven moment begin je aan jezelf te twijfelen. Omdat artsen zeggen dat alles normaal is. Omdat klachten komen en gaan. Omdat het er van buitenaf uitziet alsof het wel meevalt. Terwijl het van binnen voelt alsof je lichaam steeds dichter tegen zijn grens aan zit.
Wanneer de overgang nadert, verandert dit opnieuw. De cyclus wordt onregelmatig of verdwijnt, en daarmee verdwijnt vaak ook het tijdelijke herstelmoment dat er nog was. Wat eerst cyclisch was, wordt nu constant. Vermoeidheid blijft, emotionele instabiliteit blijft, het gevoel dat je lichaam niet meer meewerkt wordt een dagelijkse ervaring. Voor veel vrouwen voelt dit als een breekpunt. Niet omdat er ineens iets nieuws misgaat, maar omdat het lichaam niet langer kan compenseren. De laatste buffers vallen weg en wat al langer speelde, wordt onmiskenbaar zichtbaar. Belangrijk om te weten is dat dit geen zwakte is, geen aanstellerij en geen psychisch probleem. Het is een lichaam dat te lang op reserve heeft gedraaid, dat aan de buitenkant stabiel leek maar aan de binnenkant steeds minder ruimte had om zich aan te passen. De klachten zijn het signaal, niet de oorzaak. Ze vertellen je dat je lichaam zijn flexibiliteit is kwijtgeraakt, dat herstel niet meer vanzelf gaat en dat doorgaan op dezelfde manier het systeem alleen verder onder druk zet.