Wat als GLP-1 helemaal geen genezing is, maar slechts stilte in een huis vol rook?
Soms moet je hardop zeggen wat velen voelen, maar wat nog niemand durft te benoemen. Wanneer ik kijk naar de biochemie van het lichaam, naar de data achter GLP-1-medicatie en de evolutionaire logica die ons al duizenden jaren stuurt, kom ik tot een scherpe conclusie: GLP-1-agonisten zijn geen genezing. Ze vormen een tijdelijk neuro-hormonaal masker. Deze middelen laten het lichaam geloven dat het verzadigd is, dat het in balans is. Minder honger, wat gewichtsverlies, lagere bloedsuikers — op papier lijkt het vooruitgang. Maar onder de oppervlakte blijft het systeem verstoord: metabole chaos, laaggradige ontsteking, toxische belasting, mitochondriale uitputting. Er is niets opgelost. Alleen tijdelijk stilgelegd.
Het lijkt herstel, maar het is stilte omdat het brandalarm is uitgezet — terwijl het vuur nog smeult. GLP-1 is in essentie een boodschapper, een signaalstof die aangeeft hoe het lichaam functioneert in relatie tot stress, voeding, darmflora en vetmassa. Door het kunstmatig toe te dienen, geef je het lichaam een vals signaal: “Je bent veilig en verzadigd.” Terwijl de biochemie in werkelijkheid het tegenovergestelde laat zien. Je onderdrukt het alarmsysteem, maar de onderliggende oorzaak blijft branden. Die stilte is dus geen teken van herstel, maar van onderdrukking.
En dan is er het aanpassingsvermogen van het lichaam. Zoals bij insuline, leptine en dopamine, kan het lichaam zich ook bij GLP-1 aanpassen aan chronische stimulatie. In dierstudies is al aangetoond dat langdurige blootstelling leidt tot afname van receptorgevoeligheid. Bij mensen zien we dat het oorspronkelijke effect op honger en gewichtsverlies na verloop van tijd vaak afneemt — een teken van biologische gewenning. Wat eerst goed lijkt te werken, verliest zijn kracht naarmate het lichaam zich instelt en het evenwicht verder verstoord raakt. En wanneer je stopt? Dan sta je vaak opnieuw aan de startlijn, maar uitgeputter dan ooit.
Steeds vaker verschijnen er berichten dat GLP-1 ‘mogelijk’ kanker, artrose of andere aandoeningen verbetert. Maar hier worden oorzaak en gevolg door elkaar gehaald. Niet de stof zelf is verantwoordelijk voor deze verbeteringen, maar het vetverlies dat ermee gepaard gaat. Minder vetmassa betekent minder ontsteking, minder oestrogeendominantie, minder insulinebelasting. Dat kun je ook — en vaak duurzamer — bereiken via gerichte functionele interventies. Wat zelden benoemd wordt, is dat echte genezing altijd op celniveau plaatsvindt. Zonder gezonde mitochondriën, zonder goede vetverbranding, mitofagie en cellulaire reiniging, is er geen duurzaam herstel.
Wat het lichaam nodig heeft is geen injectie die signalen dempt, maar ruimte om zichzelf opnieuw te organiseren, te zuiveren, te reguleren. We verwarren het wegvallen van honger met herstel. We verwarren stilte met balans. Maar echte genezing begint bij het versterken van celstofwisseling, het afvoeren van biochemische ruis, en het herstellen van de interne signalen die ons lichaam elke dag vertelt — mits we durven luisteren. In de komende dagen deel ik wat het lichaam wél nodig heeft om echt te herstellen. Niet via een shortcut, maar via richting. Heldere, wetenschappelijk onderbouwde begeleiding die het lichaam opnieuw leert functioneren. Van binnenuit.