Hij kwam pas toen het eigenlijk al te laat was

Hij zat tegenover me. Begin zestig. Breed postuur. Je zag het aan alles: een man die zelden om hulp vroeg. Zijn bloeddruk was gevaarlijk hoog. Zijn bloedsuikerwaarden verontrustend. Hij had de signalen gevoeld—al maanden, misschien zelfs jaren. Maar hij had ze genegeerd.
"Ik had gewoon geen tijd om ziek te zijn," zei hij zacht.

Een paar dagen later zat er een vrouw in dezelfde leeftijdscategorie tegenover me. Zelfde klachten, zelfde risico’s. Maar haar aanpak was anders. Ze had vragen. Ze had veranderingen doorgevoerd. Ze was gekomen voordat haar lichaam haar dwong. Zij was op tijd. Hij niet.

En precies dit zag ik bevestigd in een nieuwe internationale studie, gepubliceerd in PLOS Medicine. Hoewel mannen en vrouwen even vaak hoge bloeddruk en diabetes ontwikkelen, overlijden mannen er vaker aan—niet omdat de ziekte ernstiger is, maar omdat zij vaker zorg mijden, signalen negeren en pas in actie komen als het al (bijna) te laat is.

De onderzoekers laten zien dat dit wereldwijd gebeurt. Mannen roken vaker, vrouwen hebben vaker obesitas. Toch blijven behandelingen vaak generiek, zonder rekening te houden met deze duidelijke verschillen. Niet alleen biologie speelt hier een rol, maar vooral gedrag. En dat gedrag wordt gestuurd door wat we geleerd hebben: dat mannen sterk moeten zijn. Onaantastbaar. Onafhankelijk.

Maar waar leidt dat toe? Tot laat komen - Tot niet komen - Tot te laat zijn.
Daarom geloof ik dat goede zorg begint met begrijpen—niet alleen wat er in het lichaam gebeurt, maar ook in het hoofd en hart van iemand.
We hebben zorgsystemen nodig die niet oordelen. Die verschillen durven erkennen, niet wegpoetsen.

Vorige
Vorige

NOS: Grote belangstelling voor levertests – maar wat gebeurt er ná de uitslag?

Volgende
Volgende

Wanneer het leven begint, begint ook de blootstelling